Na het hete Nchalo reis ik via Blantyre, waar het al iets minder warm is, verder naar Lilongwe waar ik een paar dagen logeer bij Tambu. Ik heb haar ontmoet in Cape Maclear. Zij woont in Area 10 van Lilongwe, de wijk van de de ambassade's . Haar man komt uit Ierland en werkt voor buitenlandse zaken. Een wijk met brede groene lanen, vol met bloeiende bomen, de fel oranje Flamboyant en de zoet geurende Frangipani. Muren met prikkeldraad en bewakers. Het andere gezicht van Malawi, enorme huizen, grote tuinen met groene gazons.Een prachtige bungalow met een enorme tuin, inclusief zwembad. Wat een andere wereld.
Ik ga naar het Tumaini Festival in het Dzaleka Refugee Camp. Dit ligt ongeveer 45 km ten noord oosten van Lilongwe. Dzaleka is het enige permanente vluchtelingen kamp in Malawi met ruim 40.000 vluchtelingen en asielzoekers uit onder ander Congo, Rwanda, Burundi, Somalië en Ethiopië.
Het Tumaini Festival is gestart is 2014 en in de afgelopen jaren uitgegroeid tot een groot cultureel event. Om te ervaren hoe het is om in een vluchtelingenkamp te wonen kun je er tijdens het festival blijven slapen. En dat ga ik doen.
Ik heb een Homestay geboekt, voor $15 slaap ik een nacht in het kamp. Het geld gaat direct naar de familie. Mijn familie komt uit DRC (Democratische Republic Congo) en bestaat uit moeder en 5 kinderen. Zij wonen hier al 8 jaar. Haar oudste zoon (25) en een vriend (21) zijn mijn gidsen voor de komende 2 dagen. Zij passen goed op de muzungu en wijken geen moment van mijn zijde. Ik ga eerst mee naar hun huis, het is heel klein en heel laag en heel donker.
Ik mag in het slaapkamer van de 2 dochters slapen. Er ligt een dun soort van schuimrubber matrasje op een krakkemikkig houten bedje met gelukkig wel een muskietennet. Ik sluit iedere gedachte aan wat hier allemaal is geweest, nog is of zal komen aanlopen direct af….. maar wakker zal ik toch wel liggen. Wat hier een huis is voor velen zou bij ons de schuur zijn voor een geiten en een paar konijnen. En volgens mij heeft de geit het niet overleefd vanmorgen. Maar nu gaan we naar het Tumaini festival. Een mix van hedendaagse muziek en culturele dans en zang.
De volgende ochtend lopen we door het kamp. Het is enorm groot en uitgestrekt, overal waar je kijkt zie je kleine huisjes, sommigen hebben meerder kamers en een binnenplaatsje. Maar er zijn ook heel veel gezinnen die met vader, moeder en 5 of 6 kinderen in een ruimte van 2 x 4 meter wonen. Er zijn geen bomen en er is geen gras, wel veel opwaaiend zand in deze droge tijd. Er zijn overal kleine winkeltjes zoals de slager, de barbershop, de kleermaker. Een markt met kraampjes met groente (kool, tomaten, uien, zoete aardappel, cassave). Ook hier maakt iedereen een vrolijke indruk, ik word overal gegroet en uitgenodigd in hun huis voor een praatje. Maar dat deze armoede, de honger, de ziektes, de verveling en de uitzichtloosheid voor veel problemen zorgt moge duidelijk zijn.
Op naar Zambia!
Ik ga naar het Tikondane Community Centre in Katete aan de Great East Road in het oosten van Zambia. Dit is één van de armste regio’s van Zambia. Ongeveer 80% van de bevolking is werkloos. De stroom wordt nu dagelijks uitgeschakeld, soms wel 20 uur achter elkaar. De waterdam in Lake Kariba die de elektriciteit opwekt, staat zo goed als droog, dus er is onvoldoende capaciteit. En de grote steden gaan voor. Zelfs de Victoria Falls zijn bijna opgedroogd! Climate change everywhere.
Weer een bijzondere plek. Opgericht door Elke Kroeger, 77 jaar inmiddels. Wat een fantastische vrouw, ze heeft heel veel kennis van de cultuur hier, zit vol met prachtige verhalen en heeft een geweldig gevoel voor humor met een daarbij behorende schaterende lach en een enorm doorzettingsvermogen. Zij besloot 20 jaar geleden om hier in Katete onder de allerarmste bevolking te gaan wonen om een zelfsturend project op te starten. Wat een groot aantal vrouwen hier alleen moeten doen om te overleven, doen ze nu met elkaar in een coöperatie. En met succes, je kunt echt zien dat de vrouwen van Tikondane echt beter af zijn, dankzij de kleine toelage die ze verdienen, maar ook omdat Tikondan ze ondersteuning biedt in onderwijs, medische zorg, een maaltijd, extra eten in de vorm van maismeel en zaden om te planten. En bovenal een gevoel van eigenwaarde meegeeft.
Tikondane heeft een mooie website, waar je meer kunt lezen over dit mooie project.
Wat heb ik hier zoal gedaan?
Ik ben ondergedompeld in het dagelijkse Zambiaanse leven. Ook hier is het een moeilijk bestaan.
Veel armoede, grote gezinnen, geen werk. Iedereen leeft hier bij de dag en er is altijd ruimte voor plezier en een lach.
Ik ben mee geweest met Solomon en zijn drama groep. Zij bezoeken scholen in de wijde omgeving om met behulp van zang, dans en een toneelstuk om jongeren voorlichting te geven over seks, zwangerschap, hiv/aids en het voorkomen van childmarriage. We gaan er heen in een auto die bijna uit elkaar valt, met z’n negenen en een chauffeur die ik verdenk van slecht zicht. Hij zit bijna met zijn neus in de voorruit. Maar er is gelukkig maar één weg die rechtdoor gaat en weinig ander verkeer. Na 15 km slaan we af voor nog eens 10 km op een onverharde weg. Het aantal huizen van steen en golfplaten verminderd, de armoede is hier nog groter, zichtbaar door veel ronde hutjes van klei met rieten daken. Het landschap is glooiend met hier en daar wat bomen en onbebouwde grond zo ver als je kunt kijken. Omringd door 150 kinderen en een aantal vaders en moeders kan de voorstelling beginnen. Het optreden is geweldig!
Ik ben bij een aantal vrouwen van Tikondane op visite geweest om hen te interviewen over hun leven en wat Tikondane voor hen betekent.
Dit is het verhaal van Doris (45). Doris heeft heel veel kinderen in haar huis, ze denkt 24 maar weet het eigenlijk niet precies. Eerst nam ze uit noodzaak de kinderen van haar drie overleden zussen in huis, daarna kwamen er nog meer kinderen van buren en familie bij.
‘There is nothing you can do. Whatever life you live, it is okay.
You can’t progress if you think ‘Why me?’.
The thing is just to keep on going.’
Doris is nooit naar school geweest, kan niet lezen en schrijven. Zij woont in een klein huisje waar 3 slaapkamers zijn. Dit zijn kamers waar alleen een rieten matje ligt met een deken, geen bedden, geen kasten, geen speelgoed. Doris heeft wel een bed, met een flinterdun vies matrasje, waar zij slaapt met 3 meisjes. De enige ruimte met een deur die op slot kan. De kinderen gaan wel allemaal naar school, die is hier gratis. Maar of ze daar iets leren is de vraag. De kwaliteit van het onderwijs is hier zeer laag. En ik zie nergens schriften en potloden. Licht is er ook niet, dus huiswerk maken behoort ook niet tot de mogelijkheden. Het is om 18 uur donker hier. En jeugdzorg die bestaat hier natuurlijk niet. Trouwens wat zouden die kunnen doen, 80% van de bevolking leeft zo, dit is dagelijkse kost hier.
De andere ruimtes in huis hebben alleen een lap stof voor de deur. In het huis er naast, wat veel groter is maar niet afgebouwd, slapen de andere kinderen, ook allemaal op de grond. Er is een kamer met een bed voor haar moeder van in de 80, met een matras dat minstens zo oud is als moeder zelf.
Er zijn 2 grote stukken grond met een schutting van riet, die overal op instorten staat. Wat een probleem is omdat de koeien en de kippen van de buren de tuin in komen en alles kaalvreten. De tuin zien er in mijn ogen uit als een enorme puinhoop, maar Doris is trots. Binnenkort gaat ze zaaien, het is bijna regentijd en er staan een aantal fruitbomen, sinaasappel, banaan, agave en mango. Er is ook een klein eco toilet, een initiatief van Tikondane, maar het ziet er niet uit of het gebruikt wordt. Verder zijn er een paar kippen en nog maar 2 konijnen. Het waren er meer maar die blijken gestolen en ook de duiven zijn in aantal afgenomen.
We are used to accept it, sometimes when you sit down
and analyse from the community around you, you find that you can say that
I am better off than the some other people in the community
and then I feel happy.'
Het is aardedonker, we rijden een kilometer over de onverharde weg door de dorpen om naar de plek te gaan waar de Gule Wamkulu vanavond geoefend wordt. Justine en Elise, 2 jonge meiden uit Belgie die in het naast gelegen ziekenhuis vrijwilligerswerk doen, gaan ook mee. Als we er zijn, zijn ze nog niet klaar, dus we zitten in het donker in de auto te wachten. Na een half uur mogen we naar buiten, er staan stoelen voor ons klaar.
Gule Wamkulu was a secret cult, involving a ritual dance practised among the Chewa in Malawi, Zambia, and Mozambique. It was performed by members of the Nyau brotherhood, a secret society of initiated men. Within the Chewa’s traditional matrilineal society, where married men played a rather marginal role, the Nyau offered a means to establish a counterweight and solidarity among men of various villages. Nyau members still are responsible for the initiation of young men into adulthood, and for the performance of the Gule Wamkulu at the end of the initiation procedure, celebrating the young men’s integration into adult society.
Er worden opzwepende drumritmes gespeeld. Alle jonge meisjes en vrouwen staan er om heen en zingen en dansen. Dan komen de ghost mannen het toneel op. Ze dragen allemaal maskers van veren en lappen om hun hoofd en één heeft de gijns van een doodshoofd. Ze zien er echt griezelig uit. Ze voeren een heftige dans op waarbij ze razendsnel met hun voeten zijwaarts over de aarde vegen en grote hopen zand en aarde opwerpen en onverstaanbare klanken produceren. Dit heeft te maken met de vruchtbare aarde en vruchtbaarheid. Na enige tijd komt er een ghost man met een zak waar een behoorlijk grote slang in zit. Geen idee of die gevaarlijk is. Er volgt een ingewikkelde dans met de kronkelende en sissende slang als middelpunt. Aangezien de ghost man vaak onder invloed van drank en drugs zijn is het is op zijn minst twijfelachtig of het wel helemaal veilig is. Maar goed, als hij maar niet te dichtbij komt…
Inmiddels staat er om ons heen in het donker een enorme kring met mensen. Bij de drums de vrouwen en de meisjes, achter ons alle mannen, waarvan een aantal aardig dronken zijn. Eéntje verstoord de boel door er continue al schreeuwend doorheen te lopen en het lukt hem om er bijna met een drum vandoor te gaan. Uiteindelijk wordt hij afgevoerd. Normaal gesproken is er een kampvuur, maar bij gebrek aan brandhout hebben we 2 grote solar lampen meegenomen. Iets minder traditioneel maar anders zien we niets. Daar komen uiteraard vele insecten op af. Die ook regelmatig op mij landen. Beetje griezelig wel, zo in het donker, je voelt ze wel maar je ziet ze niet. De dronken man die naast mij op de grond zit pakt er regelmatig één op en eet ze op, levend en wel, ondertussen breeduit grijnzend naar mij. Jakkes!
Bijzonder om dit zo mee te maken. Normaal is het niet toegestaan om hierbij te zijn. Maar Elke heeft een goede samenwerking met de chiefs en een centje bijverdienen is altijd meegenomen. We betalen $30 pp, wat rechtstreeks naar het dorp gaat.
Ik ga ook op visite bij Joyce. Zij woont in een klein huisje samen met haar 3 zonen en hun vrouwen. Zij heeft alle '19 steps out of poverty' van het door Tikondane ontwikkelde programma daadwerkelijk toegepast. Ze heeft een tuin met een hek, zodat de beesten de groente niet opeten. Ze verbouwd niet alleen mais, maar ook cassave, cowpeas, zonnebloemen en groundnuts. Ze heeft een composthoop en een eco- toilet en werkt volgens de principes van perma cultuur. Zij fokt konijnen en duiven. Zij heeft een eigen waterput. Ze heeft haar eigen oven waar ze brood bakt, dat ze verkoopt aan onder andere Tikondane. Ze is lid van een saving-groep en spaart op deze manier geld om een huis voor zichzelf te bouwen waar ze ook een winkeltje in wil beginnen. De vrouwen van Tikondane zijn echt beter af!
Ik ben met Elke mee geweest naar Chipata om inkopen te doen. Tikondane heeft geen auto maar wel Alistair, de vaste chauffeur van Elke. Chipata is groter dan Katete en heeft ook meer winkels en een groente en fruit markt. Elke heeft na 26 jaar hier haar vaste adressen, iedereen kent haar in Chipata. Ook moeten we naar de bank, de apotheek, de internet winkel en de verzekering moet ook verlengd worden. Bijna alle winkels in Chipata zijn eigendom van Indiers. Die zijn een stuk beter in zakendoen. Als we z’on winkel binnengaan loop je tegen een toonbank aan waarachter vier Indiase mannen zitten die over het geld gaan. Alles staat achter tralies, dus je kunt niet zelf de winkel in. Je geeft door wat je hebben wilt en de artikelen worden door het personeel, allemaal Zambiaanse mannen achter uit de opslag gehaald. Er zijn hier ook wel grotere supermarkten zoals wij die kennen, maar die zijn een stuk duurder.
Ik geef iedere ochtend les aan Tigriss, Jason, Edith en Ennie hoe op de laptop te werken en stukjes te schrijven op bijvoorbeeld Facebook om Tikondane te promoten voor toerisme of vrijwilligers.
Zij hebben al eerder les in werken op de laptop gehad, dus met z’n vieren komen ze een heel eind. En twee van de dames hebben facebook op hun telefoon. Maar het kost enorm veel veel moeite om te bedenken wat ze moeten schrijven. Wat wellicht logisch is, de mensen hier zijn niet gewend om echt met elkaar in gesprek te gaan. Het zijn vooral begroetingen en algemene dagelijkse dingen uitwisselen. Zoals wij gesprekken hebben, advies vragen, discussiëren, kennis overdragen of met elkaar van gedachten wisselen is hier niet geleerd. Dus logisch dat je ook niet weet wat je moet schrijven , de juiste software om een 'programma' te schrijven is niet geïnstalleerd.
Ik heb getracht om een een les in schoonmaken te geven.
De Rondavel, de lodge waar ik nu in verblijf is ook dé plek waar de toeristen overnachten. Maar is ook wel beetje vies. Overal stof, spinnenwebben, de vloer is bezaaid met dode insecten, kleden zijn stoffig, kussens zijn vies, zit geen hoes om heen zodat je die kunt wassen. Niet echt een goed visitekaartje. Elke vraagt of ik een lesje schoonmaken wil geven. Prima. Het volledige schoonmaak team wordt opgetrommeld. Er komen er 6 dames gewapend met bezem, emmer en doekjes. Ik probeer uit te leggen hoe je schoonmaakt, van boven naar beneden, eerst alle losse dingen naar buiten, kleedjes buiten uitkloppen… maar de dames doen van alles als een kip zonder kop, zonder te luisteren.
Ze hebben echt geen idee. Zij wonen in een huisje van stenen waar verder niets in staat. Enige wat er dagelijks gebeurd is de vloer vegen. Hoe zo stof afnemen, spinnenwebben weghalen? Ons idee van schoon en schoonmaken staat mijlenver af van het Zambiaanse dagelijks leven.
Iedere handeling moet ik benoemen en dan nog staat de één het plafond te ontdoen van spinnenwebben en de ander het tafeltje te poetsen, ondertussen vrolijk lachend en tegelijkertijd niet begrijpend naar mij kijkend. Dat 5 van de 6 dames geen Engels spreekt helpt ook niet mee.
Elke en ik krijgen er achteraf de slappe lach van, het is ook wel komisch om al die vrouwen een beetje ontredderd te zien staan, geen idee wat die muzungu’s nou precies willen. Ik ga maar weg en laat de dames hun werk doen. Twee uur later komt Doris vertellen dat ze klaar zijn en ze omhelst me en bedankt mij uitgebreid dat ik dit haar heb laten doen.
En wat is nu precies schoon of vies? Ik ben nu 6 maanden in Oost Afrika en heb in de meest basale omstandigheden geslapen, gegeten, gedronken en ben er nog geen dag ziek van geweest.
A chief once said about white people:
See how cruel they look, the lips are thin, the nose is sharp. Their eyes have a staring expression.
The whites are always seeking for something. The whites always want something.
The whites are always uneasy and restless.
We do not know what they want. We do not understand them. We think they are mad.
They think with this, indicating his head.
We think here, indicating his heart.
Ik neem afscheid van deze prachtige vrouwen en reis verder naar Siavonga, gelegen aan Lake Kariba.
Commentaires